Walnotenfeest

Een week geleden was ik op een oogstfeest in Kaman, een stad in Centraal Anatolië in Turkije. Het ging om de walnotenoogst. Turkije is een belangrijke producent van walnoten. Ik was er de enige buitenlander en de inwoners van Kaman spraken alleen Turks. Gelukkig zijn er vertaalprogramma’s waarmee je via je mobieltje omslachtige, maar wel diepgaande conversaties kunt voeren. Ik was in die gesprekken de traagste partner. Terwijl ik langzaam, en vaak mis prikkend, op het schermpje van mijn 10 jaar oude Samsung mijn zinnen tikte, had een walnotenboer uit de rimboe van Turkije op zijn iPhone in een ommezien zijn antwoord klaar. De wet van de remmende voorsprong, moet je maar denken.

Het walnotenfeest begon met een demonstratie taekwondo voor meisjes van 10 tot 15. Daarna armworstelen voor jongens van een jaar of twintig. De kleintjes vermaakten zich op een springkussen en de volwassenen slenterden langs een grote jaarmarkt vol streekproducten, waaronder tientallen kraampjes met walnoten.

En daarvoor was ik hier. Ik was op terugweg van de grote wilde walnotenbossen van Kirgizië en wilde het walnotenfeest van Kaman gelijk maar even meepakken. In Kaman zijn ze zo trots op hun walnoten dat ze er in het midden van de stad zelfs een standbeeld voor hebben opgericht. 

Hoe heet deze walnoot?, vroeg ik een standhouder via mijn telefoon, want ik was wel degelijk op studiereis. Ceviz, luidde dan het antwoord. Tja, als je onderzoek doet naar de walnotenteelt in Turkije weet je natuurlijk wel dat ceviz in het Turks walnoot betekent. Dank
u, maar wat is de naam van deze ceviz?, tikte ik dan op mijn schempje. Ceviz Kaman, kreeg ik dan terug. Is Kaman de naam van deze ceviz?, vroeg ik dan maar weer. Ja, kreeg ik dan weer terug, ceviz Kaman goede walnoot. Niet naam van de stad?, vroeg ik dan maar weer. Kaman, ceviz Kaman, luidde steevast het antwoord.

Nu weet ik wel iets van walnotenrassen. In een ultieme poging om de naam van de walnoten te achterhalen vroeg ik Geen Maraz, geen Sütyemez?, wetend dat dit veel geteelde rassen zijn in Turkije. Ceviz Kaman bleef iedere walnotenverkoper herhalen, steeds ongeduldiger omdat ze zo langzamerhand genoeg kregen van mijn gedram. Zouden ze in Hollanda allemaal zo zeuren?, zag je ze denken. Proef maar, Kaman, de beste, was ten slotte hun eindbod als ze mij op de punt van hun mes een halve walnoot toestaken.

 

 

Er was genoeg te zien, op de markt. Schildpadden gemaakt van walnotendoppen, doppen beschilderd als lieveheersbeestjes, een complete mobile van walnoten gemaakt, messen met walnoothouten heften en zelfs een zeilschip met de Turkse vlag in top, volledig van walnotendoppen gemaakt. Leuk allemaal, maar de frustratie over de walnotennaam bleef knagen.

Toen ik thuis was heb ik nog maar eens op internet gezocht. Toen ik ‘meest geteelde walnoot Kaman’ op Google intikte kreeg ik het antwoord: Kaman.