Bijen

De Bijenkorf bestaat honderdvijftig jaar. Dan heb ik het over het warenhuis want de bijenkorf als huisvesting voor bijen was al in de oudheid heel gewoon. De Hittieten hadden lang voor Christus al een hele wetgeving opgetuigd waarin het stelen van andermans bijenvolk een halsmisdaad was. En hoe kun je zo’n jubileum beter vieren dan met een masterclass over bijen? Ik was vereerd toen ik gevraagd werd om die masterclass te geven, al had ik geen flauw idee wat die term eigenlijk inhield. In ieder geval was het maken van een filmpje daar een onderdeel van. Ik ontving de filmploeg in mijn bloemenwei. Het was gelukkig redelijk weer en de bijen en hommels waren actief.

Het waren alleen geen bijenkorfbijen. De honingbij die in kasten en korven gehouden wordt is een getemd huisdier. Hij is wel van economisch belang omdat hij een efficiënt bestuiver is, maar van de 375 bijensoorten die er in ons land voorkomen is de honingbij er maar één. En al die andere bestuiven met elkaar meer bloemen dan de honingbij.

Honingbij op Bishop of Llandaff

Maar goed, je wilt de feestvreugde niet verstoren en dus legde ik niet al te veel nadruk op het feit dat de honingbij in sommige streken een plaag begint te worden omdat hij met de wilde bijen concurreert. 

Ieder bedrijf heeft tegenwoordig een afdeling Duurzaamheid, al is het lastig om te weten te komen wat daar nu precies mee bedoeld wordt. Volgens mij bedoelt iedereen wat anders en is aandacht voor duurzaamheid vooral een manier om de winst op peil te houden. Maar laat ik niet cynisch zijn. De insecten kunnen iedere vorm van hulp gebruiken. Mede door de sympathieke interviewster mondde het filmen uit in een jolige dag.

 

Twee weken later volgde de masterclass, in het hoofdkantoor van De Bijenkorf aan de Amsterdamse Zuidas. Nadat ik het terreuralarm in werking had gesteld door op een knop te drukken die ik abusievelijk voor een liftknop aanzag belandde ik op de vijfde etage. Daar was een studio ingericht met verantwoorde meubels en foeilelijke boeketten. Gelukkig had ik zelf een emmer vol bloemen meegenomen. Mijn kalende hoofd werd bepoederd tegen het glimmen en ik werd in een gemakkelijke fauteuil voor een camera geplaatst. Eerst werd het flimpje vertoond en daarna volgde de masterclass. De deelnemers konden mij zien, maar ik hen niet. De binnenkomende vragen werden aan mij doorgespeeld door een tussenpersoon. De eerste vraag was: wie is die meneer? Ik ben er wel aan gewend dat mensen denken dat Romke een meisjesnaam is. Daarna deed ik een uur lang mijn best om de zaak van de insecten te bepleiten. Of ik daarin geslaagd ben? Oordeel zelf. Hier is een link naar het Bijenkorffilmpje.

Bijenkorven in Turkije