Parthenocissus quinquefolia met bloeiende klimop in het najaar
Dat geldt misschien voor klimop, maar dan nog wegen de voordelen op tegen de nadelen. Klimop beschermt juist een muur door verschillen in temperatuur en vochtigheid te temperen. Bovendien isoleert de plant, wat een verschil van wel 3% in de stookkosten kan uitmaken.
Het enige nadeel van klimop – het afscheiden van zuren die na verloop van eeuwen de kalk in de voegen van het metselwerk oplossen – geldt niet voor die andere gevelbestormer: de wilde wingerd. Voor het maken van de zuignapjes waarmee wingerd zich aan de muur hecht, produceert de plant zelfs kalk. Hij voegt toe, in plaats van weg te halen. Wel is het zo dat wingerd zich ook hecht aan kozijnen en daarom in toom moet worden gehouden.
Wat ik niet wist, is dat wilde wingerd zich ook aan metalen profielen kan hechten. Een paar weken geleden zag ik bij een modern gebouw een grote glazen wand die gedeeltelijk met wingerd was begroeid. Ik kon mijn ogen niet geloven, maar toen ik dichterbij kwam zag ik dat de plant zich aan de aluminium profielen had gehecht waarin de glasplanten waren gemonteerd. Dat biedt nog eens perspectieven om veel lelijke kantoorgebouwen op te luisteren.
Het is wel grappig om te zien dat men in het buitenland heel anders over wilde wingerd denkt dan bij ons; vooral in Frankrijk zie je vaak huizen die helemaal met wingerd zijn bekleed. En in Amerika is de klimplant in steden – vooral aan de oostkust - zo populair dat hij daar Boston Ivy wordt genoemd. En toen ik laatst met vakantie was in Italië, zag ik in de steden poorten naar binnenplaatsen waarvoor wingerd als vitrage naar beneden hing. De ranken bewogen zachtjes in de wind.
Maar ook als je geen wingerd tegen je huismuren wilt, kan de plant toch in de tuin worden toegepast. Want wingerd groeit net zo goed op het horizontale, als op het verticale vlak. En een effectiever bodembedekker kan ik zo snel niet bedenken. Ook kun je wingerd in bomen laten klimmen of als lianen van boom tot boom laten hangen want een volwassen wingerd kan met gemak 30 m hoog worden. Een leuke toepassing is wingerd als haag, waarvoor wel eerst een raamwerk tot steun moet worden aangebracht.
Wingerd kleurt in het najaar vlammend rood tot wijnrood – dat hangt een beetje van de variëteit af. Na de eerste serieuze nachtvorst valt het blad af, waarbij het opvalt dat de bladsteeltjes nog een paar dagen vast blijven zitten.
De meestverkochte wingerd is Parthenocissus tricuspidata ‘Veitchii Boskoop’, die ook wel kortweg ‘Veitchii’ of ‘Robusta’ wordt genoemd. Dit is een plant die gemakkelijk door winterstek zelf te vermeerderen is. Koop er dus één; de rest kun je zelf stekken.
Persoonlijk ben ik meer gecharmeerd van Parthenocissus quinquefolia, waarvan het blad, zoals de naam aangeeft uit vijf deelblaadjes bestaat. Ik was al jaren van plan om er een tegen de blinde noordoostmuur van ons huis te planten. Maar ja, ik ben zo iemand die honderd maal meer plannen maakt dan hij uitvoert. Maar vorige week begon de supermarkt te stunten met klimplanten, in het kader van Pasen begreep ik uit een advertentie, hoewel je dan eerder een actie met eieren verwacht. Op een kar die voor de winkel op de stoep stond vond ik 2 stuks Parthenocissus quinquefolia voor € 5,99. Die kon ik niet laten staan. Ze zijn nog klein, maar in mijn geestesoog zie ik onze pui al bedekt met wilde wingerd.
Nu is het wel zo dat een monocultuur niet de boeiendste manier van tuinieren is. Een combinatie van twee klimplanten is vaak mooier dan één. Een geweldig samengaan is dat van wilde wingerd en klimop. Daar zal ik dan ook naar streven. En klimop hoef ik niet te kopen. In andere delen van de tuin ruk ik die met handenvol uit.
Parthenocissus tricuspidata met klimop