Wie pas begonnen is met tuinieren zal misschien denken dat hij zonder vijver kan. Maar na een tijd bekruipt hem toch het gevoel dat er iets ontbreekt; dat andere tuinen een extra dimensie hebben die zijn eigen tuin mist. Sommigen zullen hun leven lang van een vijver blijven dromen, maar de meerderheid der tuiniers zal vroeg of laat toch de spade ter hand nemen en een vijver graven. Want een vijver is veel meer dan een kuil vol water. Een vijver is het drijvende blad van waterlelies, een onderwatertuin van wuivend groen, libellen die boven het oppervlak heen en weer schieten of rusten op het blad van een moerasplant en salamanders die in het water lijken te zweven. Vijvers voegen een hele nieuwe wereld van planten en dieren toe aan de tuin.
En wie een vijver in zijn tuin heeft aangelegd, heeft onmiddellijk een nieuwe droom: een waterlelie. Waterlelies hebben een lange geschiedenis; ze komen bijna overal op de wereld voor en werden al duizenden jaren geleden gebruikt als voedsel, en als geneesmiddel. Daarnaast hadden ze een grote symbolische betekenis; in alle beschavingen heeft men dezelfde dromen gekoesterd: dromen van de onsterfelijkheid die de waterlelie symboliseert, waterlelies verdwijnen ieder najaar spoorloos in de modder om vervolgens in de lente weer boven te komen. De blauwe waterlelie van de Nijl vertoont dit kunstje zelfs iedere dag: ‘s avonds vouwen de bloemen zich dicht en verdwijnen onder water om de volgende dag weer boven te komen en open te gaan. Al 50 eeuwen lang wordt deze waterlelie als symbool van de wederopstanding gezien.
Na deze filosofische overpeinzingen wat concrete goede raad: als in een tuin een plant op de verkeerde plaats staat, dan pak je een spa, je graaft hem uit en zet hem op de juiste plaats. Met waterplanten ligt de zaak iets gecompliceerder en daarom zijn er ook een paar punten waaraan de aspirant-waterlelieplanter aandacht moet schenken.
Om te beginnen houden waterlelies van zon. Een beetje schaduw wordt verdragen, maar volle zon is beter. Een vijver die in de zon ligt warmt in het voorjaar sneller op dan een vijver in de schaduw. Dat heeft voordelen – de waterplanten gaan eerder aan de groei – en nadelen, want in warm water vindt sneller een explosieve groei van algen plaats dan in koud water. De de meest voor de hand liggende manier om het water koel te houden is om voor voldoende waterdiepte te zorgen. Maar daarnaast kunt u het water in de vijver beschaduwen door een waterlelie te planten. Met zijn grote hoeveelheid drijvend blad houdt de waterlelie het water koel. Maar het belangrijkste aspect van een vijver is het spiegelende wateroppervlak en het is daarom belangrijk om niet de hele vijver met waterlelieblad vol te laten groeien. Maar al te vaak zie je dat eerst met veel kosten en moeite een vijver wordt aangelegd en dat die vervolgens zo vol waterplanten wordt gezet dat er geen water meer te zien valt. Dat is zonde. Een vuistregel luidt dat in een vijver niet meer dan eenderde van het oppervlak met waterplantenblad bedekt mag zijn. Een wet van Meden en Perzen is dit niet; als een vijver in de zon ligt en eigenlijk te ondiep is, dan kan het raadzaam zijn om de helft of zelfs tweederde van het oppervlak vol te laten groeien om het water op die manier wat koeler te houden.
Vaak zie je in een vijver een waterlelie waarvan de bloemen grotendeels schuil gaan in een grote hoeveelheid bladeren die niet drijven, maar ver boven het water uitsteken, als handen boven een graf. Dit is een mooie illustratie van het feit dat het belangrijk is om de waterdiepte en de groeikracht van de waterlelie op elkaar af te stemmen. Iedere waterlelie stelt specifieke eisen aan de waterdiepte, die kan variëren van 10 cm tot 1m. Te diep, en de waterlelie zal niet gedijen; te ondiep, en het blad groeit boven het water uit inplaats van te drijven. Bereid u dus terdege voor, voordat u een waterlelie aanschaft en tel de hoogte van de plantmand bij de gewenste waterdiepte op. Een plant die geschikt is voor 50 cm diep water in een mand van 10 cm hoog vereist een vijverdiepte van 60 cm.
Waterlelies moeten altijd in een mandje worden geplant. Wie ooit geprobeerd heeft om de wortelstokken van een al te fors uitgegroeide waterlelie uit de vijverbodem te verwijderen, weet waarom. Sterkgroeiende soorten, zoals de wilde witte waterlelie, Nymphaea alba, maken wortelstokken van meer dan anderhalve meter lang die met geen mogelijkheid meer uit een vijverbodem los te krijgen zijn. Maar ook voor de zwakker groeiende waterlelies komt er onvermijdelijk een ogenblik waarop ze te groot geworden zijn en dan is het heel handig dat ze groeien in een plastic mand die weer uit het water kan worden opgevist. Verzwaar bij het planten de mand met stenen, want de opwaartse druk van waterleliewortels is groot. En veranker de plant stevig, om niet in de situatie te belanden waarin de waterlelie al vijf minuten na de plechtige tewaterlating weer komt bovendrijven.
Welke waterlelie u kiest is een kwestie van smaak. Ga eerst eens kijken in een tuin, of bij een kweker waar u waterlelies in bloei kunt zien. Want de echte kleur wijkt vaak af van die in een catalogus. Dat is geen boze opzet van de drukker, maar een gevolg van het feit dat een foto een momentopname is en dat een waterleliebloem bij het ouder worden van kleur kan veranderen. Om een voorbeeld te noemen: ‘Comanche’, een variëteit met roodgevlekt blad, heeft bij het opengaan abrikoos-roze bloemen. Tijdens het bloeien wordt de kleur steeds intenser en na een paar dagen, vlak voor het uitbloeien kleuren de bloemen gloeiend koperrood. ‘Comanche’ is een marliacea-hybride, een groep van waterlelies die geïntroduceerd zijn door Joseph Latour-Marliac, een Franse waterleliekweker die werkzaam was in Temple-sur-Lot aan het einde van de 19e eeuw, en die meer dan 70 nieuwe waterlelies kruiste en selecteerde. Marliac beheerste in die tijd als enige de kunst om waterlelies met elkaar te kruisen en hij weigerde om zijn kennis aan anderen over te dragen. Hij nam zijn geheim mee in zijn graf en het heeft daarna nog tientallen jaren geduurd voordat anderen er weer in slaagden om waterlelies met elkaar te kruisen. En eigenlijk zijn de marliacea-waterlelies nooit overtroffen. Een tweede beroemde creatie uit het Huis Marliac is ‘Chromatella’, met gevlekt blad en lichtgele bloemen die weliswaar kort bloeien, maar steeds door nieuwe worden vervangen. Ook ‘Chromatella’ heeft het voor de Marliac-hybriden zo typerende roodgevlekte blad. Beide waterlelies vragen een waterdiepte tussen 40 en 70 cm.
Een andere beroemde naam in de waterleliewereld is Froebel. ‘Froebeli’ is het resultaat van zorvuldige kruising en selectie van Otto Froebel uit Zürich. De geurende bloemen van ‘Froebeli’ zijn bloedrood en komvormig. De vermiljoenen meeldraden dragen gele helmknoppen. ‘Froebeli’ bloeit lang, tot diep in de herfst, en is bij uitstek geschikt voor ondiepe vijvers. Deze variëteit heeft aan een diepte van 15 – 30 cm genoeg.
Een van de kleinste waterlelies is ‘Helvola’, alweer een hybride van Latour-Marliac die aan 10 cm water genoeg heeft, wat de plant geschikt maakt voor kuipen op terrassen of balkons. ‘Helvola’ heeft stervormige lichtgele bloemen met een doorsnede van minder dan 5 cm. De bladeren zijn klein en olijfgroen met rode en paarse vlekken. De plant bloeit lang, maar de bloemen zijn maar een paar uur per dag open – van twee tot vier uur ‘s middags op bewolkte dagen, en op zonnige dagen twee keer zo lang. Als u een waterlelie koopt, is het verstandig om niet alleen naar de vereiste waterdiepte te informeren, maar ook naar de openingstijden van de bloem. Sommige cultivars bloeien maar een gedeelte van de dag, of gaan bij een bewolkte hemel helemaal niet open. Kampioen-bloeier is de Amerikaanse hybride ‘James Brydon’, uit Philadephia, met komvormige, rozerode bloemen. ‘James Brydon’ is waarschijnlijk de meest geliefde van alle waterlelies en de plant heeft dan ook veel goede eigenschappen; ‘James Brydon’ verdraagt als een van weinige cultivars lichte schaduw en heeft daarnaast bloemen die ook op bewolkte dagen opengaan. De brede bloembladen krullen licht naar binnen en laten daardoor een glimp van hun metaalachtig glanzende buitenkant zien. De bloemen kleuren perfect bij het ronde, bronskleurige blad. ‘James Brydon’ stelt weinig eisen aan de diepte van de vijver en gedijt in diep en ondiep water. En – het kan niet op – de bloemen geuren heerlijk, al zal je in de meeste gevallen een vlot moeten bouwen om van die geur te kunnen genieten.