Tegenlicht

De sfeer in een tuin wordt bepaald door de planten die erin staan en door de manier waarop die planten zijn gegroepeerd. Maar meer nog wordt de sfeer bepaald door het licht. Door licht dat weerkaatst wordt, of geabsorbeerd, door het vroege ochtendlicht dat alle planten herboren doet lijken, of door het avondlicht dat lange schaduwen werpt en dat kleuren warm en intens maakt. Door het warme strijklicht van oktober en door het felle licht van April. En door tegenlicht, dat bladeren en bloemen kan doen gloeien als de glas-in-lood ramen van een kathedraal.

Het heeft mij altijd verbaasd dat een blad, of een bloem op de ene plaats in de tuin zoveel meer kan opvallen dan op de andere. Een bloem waar het licht doorheen valt maakt veel meer indruk dan een bloem of een blad waar het licht alleen maar bovenop valt. Dat geldt voor alle planten, maar het duidelijkst zie je het bij donkerbladige heesters. Donker blad absorbeert veel licht en weerkaatst weinig; een donkerbladige struik, zoals de donkerbladige vlier of de roodbladige hazelaar, die zo geplaatst is dat het licht er bovenop valt brengt je dan ook niet in een vrolijke stemming. Het blad is dof en somber en het is dan ook een raadsel waarom roodbladige struiken zo in de mode zijn. Misschien omdat datzelfde blad is sprookjesachtig mooi is indien de struik zodanig geplaatst is dat het licht er doorheen kan vallen. Het glas-in-lood effect doet de heesters sprankelen. Hoe donkerder het blad – of de bloemen – van een struik of een kruidachtige plant, hoe meer profijt ze trekken van tegenlicht.

Wie een tuin aanplant, of wie een plaats zoekt voor een nieuwe plant in een bestaande tuin, zou altijd moeten bedenken of die plant zou kunnen profiteren van een plek met tegenlicht. Makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk, want in een border op het zuiden is zo’n plaats moeilijk te vinden. Wie een tuin aanplant, moet toch al aan van alles en nog wat denken. Hoe hoog wordt de plant en hoeveel ruimte neemt hij in beslag als hij tot volle wasdom is gekomen? Wat is de bloeitijd en hoe lang duurt die? Past de kleur wel in het kleurenschema? Blijft de plant ‘s winters groen, of verdwijnt hij onder de grond?

Om daarnaast ook nog rekening te houden met de lichtval, die bovendien per uur verandert, is misschien wel erg veel gevraagd van de beginnende tuinier, te meer daar de meeste planten in een periode worden geplant dat er helemaal nog geen blad aanzit. Om op een druilerige dag in maart te bedenken hoe het zonlicht over een paar maanden door het gebladerte van de nu nog kale struik zal vallen, vereist nogal wat voorstellingsvermogen.

Canna Wyoming

Daarom zijn een paar vuistregels misschien handig. Regel één - hoe donkerder het blad, hoe meer baat dat heeft bij tegenlicht - heb ik al geïllustreerd. Regel twee luidt: hoe groter het blad, hoe meer effect doorvallend licht zal hebben. Neem het blad van een Canna – nooit lelijk, maar werkelijk dramatisch als de zon erdoorheen schijnt en de bladnerven donker afsteken tegen de rest van het blad; het tegenlicht maakt de structuur van het blad duidelijk. Hetzelfde geldt voor het blad van Gunnera manicata, de grootste vaste plant die in ons land – indien ‘s winters grondig afgedekt - winterhard is, met bladeren van soms meer dan een meter doorsnede. Eén plant en de gemiddelde voortuin is meer dan gevuld. De Gunnera maakt toch al indruk door zijn reusachtige afmeting, maar als je onder een blad gaat staan en naar boven kijkt door het blad waarin het bladgroen lichtgroen afsteekt tegen de donkere nerven, dan kun je wegdromen en jezelf wanen op expeditie in het Amazonegebied, of in een sloot waarin je tussen waterplanten op de bodem ligt en door het groenige water naar boven kijkt.