Sternbergia

Als in de bijbel wordt gesproken over de “lelieën des velds”, dan is het niet erg waarschijnlijk dat er ook daadwerkelijk lelies bedoeld worden , want in Palestina, of in de wijde omgeving daarvan, komt de lelie niet in het wild voor. En hetzelfde geldt voor het “brandend braambos”, want ook de braam gedijt niet in bijbelse bodem. Nu worden er ook in de huidige tijd wel planten “lelie” genoemd die niets met een lelie te maken hebben. Het lelietje-der-dalen, de waterlelie en de daglelie hebben evenveel met lelies uit te staan als goudsbloemen en duizendschonen en net zoals de stadsbewoner iedere vogel een vink noemt, krijgen veel planten door niet-botanici het etiket lelie opgeplakt.

Overigens is ook de roos bij leken populair om planten bij onder te brengen, getuige namen als zonneroosje en kerstroos en gelderse roos. Het is onmogelijk om met zekerheid te zeggen wat er nu ooit met brandende braambossen en lelieën des velds bedoeld werd, maar het ligt voor de hand om te veronderstellen dat de planten in ieder geval in Palestina inheems waren. De plant die voor het brandend braambos in aanmerking komt, is Dictamnus albus, de vuurwerkplant, die inderdaad in het Midden-Oosten voorkomt. Dictamnus albus is een forse vaste plant, met donkergroen blad, die in juni bloeit met roze, donkerrood dooraderde bloemen aan stevige stelen. De bloemen, maar vooral de zaaddozen ruiken sterk naar citroen en scheiden een vluchtige olie af die op windstille dagen rondom de plant kan blijven hangen. Als je dan een lucifer bij de vuurwerkplant houdt, dan komt die oliedamp onder licht geknetter tot ontbranding. Geen spectaculair vuurwerk, maar toch een klein wonder. De kans dat dit gebeurt is overigens even groot als de kans dat je het in Keulen hoort donderen. Ik heb het vuurwerk van de dictamnus maar één keer in mijn leven mogen aanschouwen, terwijl ik vaak genoeg een lucifer bij de vuurwerkplant heb gehouden; bij het geringste zuchtje wind verwaait de oliedamp en dan gebeurt er niets. Ook in oudtestamentische tijden zal het vuurwerk geen schering en inslag zijn geweest; als de braambossen om de haverklap in brand stonden, dan was het de moeite van het vermelden niet waard geweest.

De lelie des velds zou Sternbergia clusiana kunnen zijn geweest en ook de bloei van deze plant is een klein wonder. De meeste sternbergia’s bloeien namelijk niet in het voorjaar, maar in de herfst. Nadat in oktober de eerste herfstregens zijn gevallen schieten de bloemen als paddestoelen uit de grond en kleuren de velden goudgeel. Sternbergia’s hebben een bol en hoewel de meeste bolgewassen in het voorjaar bloeien, zijn er toch ook heel wat die dat in het najaar doen. De bloeitijd hangt af van het klimaat in het gebied waarin het bolgewas voorkomt. In streken met een mediterraan klimaat, waar bijna alle regen in de herfst en in de winter valt, hebben veel bloembollen zich aangepast door in de herfst te bloeien. Zo zijn er meer dan twintig soorten krokussen die in het najaar bloeien, maar er zijn ook herfstbloeiende narcissen en sneeuwklokjes en er bestaan, op Corsica en op Sicilië, zelfs herfstbloeiende lenteklokjes.

Het geslacht Sternbergia telt acht soorten, waarvan er twee in het voorjaar bloeien en zes in de herfst. Sternbergia clusiana is de soort die in Palestina voorkomt en die dus voor het predikaat “lelie des velds” in aanmerking komt. Het is een bolgewas dat veel warmte nodig heeft om tot bloei te komen en dat – vooropgesteld dat u de bollen kunt kopen – het beste geplant zou kunnen worden aan de voet van een warme muur. Zelfs daar zou de plant bij meer dan tien graden vorst het beste kunnen worden afgedekt. Veel gedoe, dat geef ik toe, maar het verschijnen van de onwaarschijnlijk glanzende goudgele bloemen in oktober staat – zelfs voor een heiden als ik - gelijk aan een bijbels wonder.