Nieuws uit magnolialand

Ik ben gek op magnolia’s. Een gevaarlijke liefde, want vaak zijn de bloemen bruin in plaats van wit of roze als gevolg van een late nachtvorst. Het is alsof de duivel er mee speelt: zelfs in ons nieuwe klimaat met zijn winters waarin het zelfs hier, in het oosten van Nederland, vaak nauwelijks meer vriest, slaat de vorst toch steevast toe als de magnolia’s bloeien. Met een toegift tijdens de kersenbloei. Heeft het zin om te houden van bloemen die zo vaak door de vorst worden bedorven? Jazeker, want die kwetsbare bloemen komen uit vorstbestendige bloemknoppen die in de herfst al aan de bloei zitten. En de bloemknop van een magnolia is een mirakel: zijdezacht behaard zodat je de neiging niet kan weerstaan om zo’n knop keer op keer te aaien.

De anticlimax mag dan volgen als de nachtvorst toeslaat, maar de voorpret heeft dan al maandenlang geduurd. En voorpret is ook pret. De napret bestaat uit de knobbelige, decoratieve zaadpeulen met hun knalrode zaden.

Ooit was ik tuinbaas op Lismore Castle in het zuiden van Ierland, met een grote tuin vol rododendrons en magnolia’s. Ik kon daar mijn hart ophalen. Maar ja, dat waren reusachtige exemplaren van Magnolia sprengeri en Magnolia campbellii die daar bloeiden, soorten die nu niet echt geschikt zijn voor ons klimaat en al evenmin voor de doorsnee tuin.

Niet ver van Lismore Castle was de puissant rijke Ambrose Congreve bezig met het aanleggen van een tuin ter grootte van een flink landgoed. Hij plantte niet één Magnolia campbellii in zijn tuin, maar een bos van meer dan 100 stuks tegen een helling. Voor de ultieme magnolia-ervaring moet je hierheen. Ierland is beter bereisbaar dan de voetheuvels van de Himalaya. Ambrose Congreve heeft zijn landgoed nagelaten aan de Ierse staat.  

Van de nieuwste ontwikkelingen op magnoliagebied was ik tot voor kort niet echt op de hoogte. Weliswaar was ik onlangs nog naar Caerhays in Cornwall geweest, waar de National Magnolia Collection van Engeland staat aangeplant, maar ook daar is het klimaat radicaal anders dan dat van ons. 

In de afgelopen jaren heb ik mijn best gedaan om mijn kennis bij te spijkeren. Zo ben ik gaan kijken in Arboretum Wespelaar in België, en – dichter bij huis – bij magnoliakenner Albert Leemreize in de Gelderse Achterhoek. 

In Arboretum Wespelaar, met een enorme collectie magnolia’s, krijg je een goede indruk van wat er tegenwoordig in de magnoliawereld te beleven valt. Daar kijk je echt van op; in onze tuinen zijn het nog altijd de vaalroze soulangiana’s en – in de kleine tuin – de stellata’s die de toon zetten. In Arboretum Wespelaar zie je dat de magnoliawereld een stuk groter is.

De allernieuwste magnolia’s zijn in dit arboretum nog niet te vinden; in de VS en in Nieuw Zeeland zitten de kwekers niet stil. Uit Noord-Amerika is een forse stroom van geelbloeiende magnolia’s op gang gekomen; uit Nieuw Zeeland zijn veel nieuwe cultivars afkomstig met bloemen die intens roze, en soms bijna pauselijk paars zijn. Ook is de bloemvorm niet meer de flodderige waterlelie van Magnolia stellata of de geknepen tulpvorm van Magnolia x soulangeana. De moderne magnoliabloemen hebben vaak een mooie open bloem, met ronde bloembladen.

In Arboretum Wespelaar zijn veel geelbloeiende magnolia’s te bezichtigen. De meeste staan er nog niet zo heel lang, zodat er over de uiteindelijke omvang niet veel te zeggen valt. Maar dat ‘Daphne’ na 20 jaar nog maar 5m hoog is duidt er toch op dat deze publieksfavoriet geen woudreus zal worden. In Engeland is deze gele magnolia bekroond met een AGM, een Award of Garden Merit, te vergelijken met een getuigschrift van verdienste. Andere winnaars van deze eer zijn ‘Elizabeth’, ‘Gold Star’, ‘Lois’ en ‘Yellow Lantern’. Gek genoeg ontbreekt ‘Yellow Bird’ op deze lijst, een cultivar die door veel magnoliakenners als beste gele wordt gezien.

Voor een niet-botanicus vallen de magnolia’s uiteen in twee grote groepen: de Amerikanen en de Aziaten. Cultivarnamen als ‘Dude’s Brother’, ‘Hot Pants’ en ‘Banana Split’ kunnen alleen maar uit de VS afkomstig zijn. Uit een gemengd huwelijk van de geelbloeiende Amerikaanse Magnolia acuminata en de crèmekleurige Aziatische Magnolia denudata zijn de eerste geelbloeiende cultivars ontstaan. Toen bleek dat het geel hoogstens crèmegeel was, werden ook andere soorten gebruikt, totdat het huidige heldere geel van de moderne hybriden werd bereikt. Een groot voordeel van de geelbloeiende magnolia’s is hun relatief late bloei, meestal in mei, waardoor ze zelden door een late nachtvorst worden getroffen. Hun nadeel is dat ze tegelijk met het uitlopende blad bloeien, maar dat kun je ook als een voordeel uitleggen want sommigen vinden die grote bloemen op het naakte hout grotesk, terwijl bloemen die omgeven zijn door het jonge blad een natuurlijker indruk maken. En geel is nog altijd geen goudgeel. Als de geelbloeiers bloeien lijkt het hoogstens of de maan schijnt.

Boomkwekers kijken anders naar bomen dan verzamelaars. Albert Leemreize heeft het over zaken als een goede verankering, windvastheid en groeikracht. Bij zijn woonhuis heeft hij een klein arboretum ingericht. Sommige bomen hebben na 20 jaar nog steeds hun oorspronkelijke Boskoopse etiket. Dat kan leerzaam zijn. Zo staat er op het etiket van Magnolia ‘Daybreak’ dat de boom een uiteindelijke hoogte van 2,5m zal bereiken. Alberts exemplaar is nu ruim 12m hoog. Hij moet er hartelijk om lachen.

Gevraagd naar de nieuwste ontwikkelingen noemt hij er drie: het verschijnen van de geelbloeiende magnolia met zijn late bloei; het streven naar steeds donkerder bloemen, met als uiteindelijk doel de roodbloeiende magnolia en het selecteren van magnolia’s met een opgaande groeiwijze waardoor ze als laanboom geplant kunnen worden. Zo’n opgaande magnolia is ‘Summer Lady’, met elegant gevormde lichtroze bloemen. De bloem staat open en is ver verwijderd van de klassieke tulpvorm. De naam moet met een korrel zout worden genomen. Als ik de boom in bloei zie is het in ieder geval nog lang geen zomer.

Wat gele hybriden betreft beoordeelt hij ‘Yellow Bird’ als beste – heldergeel en net iets geler dan ‘Daphne’. Albert Leemreize: ‘Het is een kruising tussen Magnolia acuminata en Magnolia x brooklynensis ‘Eva Maria’. Het is een kleine tot middelgrote boom met een mooie pyramidale vorm. De bloei is laat en houdt wel een paar weken aan. De bloemen zijn niet overdreven groot, maar het zijn er wel veel en ze staan recht omhoog op de takken. ‘Yellow Bird’ bloeit nog wat na aan het einde van de zomer.’ 

Een goede donkerrode Nieuw-Zeelander is, volgens Albert, Magnolia ‘Genié’. ‘Heel winterhard en zelfs bij een paar graden nachtvorst lopen de bloemen nog geen schade op. De uiteindelijke hoogte is 4 à 5m, zodat de boom ook geschikt is voor kleinere tuinen. De bloemen zijn kogelrond en zwartrood van kleur – een kleur die in het hele sortiment verder niet te vinden is. De bloei valt in april, met tegen het einde van de zomer nog wat nabloei. 

Bij mijn bezoek staat Genié in volle bloei en, gezien met tegenlicht tegen een strakblauwe hemel, levert de boom een onvergetelijk plaatje op. De bloemen zijn bol, bijna rond.

Tot mijn vreugde zie ik dat Albert Leemreize ook een collectie groenblijvende magnolia’s heeft staan, voor het grootste deel cultivars van Magnolia grandiflora, of kruisingen van die soort met Magnolia virginica. Een oude favoriet uit die laatse groep is ‘Maryland’, waarvan ik uit eigen ervaring kan getuigen dat de struik zelfs in de strenge winters van 1986 en ’97 geen enkele schade opliep. Twee selecties van Magnolia grandiflora springen er voor mij uit: ‘Symes Select’, een compacte struik met tamelijk smal blad dat aan de onderkant van een dikke, kaneelkleurige viltlaag is voorzien, en vooral ‘Kay Paris’, met blad dat glimt als een spiegel. Magnolia virginica heeft – in zijn beste cultivars – allang bewezen betrouwbaar winterhard te zijn. Het is een struik waarvan je het hele jaar door vrolijk wordt, ook op sombere dagen, want hoe harder het regent, hoe meer het blad glanst.

Als soort die eens wat meer aandacht zou moeten krijgen, beveelt Albert Leemreize de winterharde zomerbloeier Magnolia tripetala aan: ‘Het jonge blad is reusachtig, soms meer dan een halve meter lang. De bloemen stellen niet zoveel voor en zitten bovendien verscholen tussen het blad, maar de zaaddozen zijn werkelijk spectaculair.’

 

- Lismore Castle, Lismore, Co. Waterford, Ierland (De grootste Magnolia sprengeri, een echte trafficstopper, staat niet in de kasteeltuin, maar vlakbij, bij de brug over de rivier de Blackwater) 

- Mount Congreve, Kilmeaden, Co. Waterford, Ierland

- Stichting Arboretum Wespelaar, Haacht-Wespelaar, België. Open op woensdag en zondag van 10.00 tot 17.00 uur.

- Kwekerij Leemreize, Manpadweg 14, Ruurlo