Snoeien doet sneven

Wij zeggen Amerikaanse sering; de Amerikanen zelf hebben het over een Californian lilac, een Californische sering, terwijl geboren en getogen Californiërs de struik een Mountain lilac noemen – een bergsering. Hoe dichter je bij de bron komt, hoe preciezer de informatie, lijkt het. Want de Ceanothus, de struik waarover ik het heb, groeit in het wild in de bergen van Californië. Hoe hoger op de berg hij daar groeit, hoe beter voor ons, want hoe meer vorst hij verdraagt.

De naam sering is enigszins misleidend, tenzij de naam op de kleur van de bloempluimen slaat en niet op de vorm. Maar ook dan dekt de vlag de lading nauwelijks; er bestaan wel een paar soorten met bloemen die de kleur hebben van ouderwetse lila seringen, maar het merendeel van de Ceanothussoorten bloeit min of meer blauw. Er bestaat een Ceanothus met de naam ‘Blue Jeans’ en die naam is welgekozen, want hoewel er een paar variëteiten zijn die hemelsblauw bloeien, bloeien de meeste soorten inderdaad met een bloemkleur die nog het meest doet denken aan die van een veelgewassen spijkerbroek.

 

De meest winterharde soorten – de soorten die het hoogst in de bergen groeien – verliezen ’s winters hun blad. De bekendste bladverliezende Ceanothus heet ‘Gloire de Versailles’ – niet bepaald een naam die je onmiddellijk met Californië associeert. ‘Gloire de Versailles’ bloeit van juli tot oktober met grijsblauwe bloempluimen. Het is een bloemkleur die wat hulp van andere planten nodig heeft om goed tot zijn recht te komen. Die hulp zou bijvoorbeeld kunnen komen van een goudbladige struik, zoals de struikkornoelje Cornus alba ‘Aurea’. Ook is het mogelijk om een laatbloeiende donkerpaarse clematis, zoals bijvoorbeeld Clematis ‘Etoile Violette’ door de Ceanothus te jagen.

‘Gloire de Versailles’ is een kruising die al vroeg in de 19e eeuw gemaakt werd op de Franse kwekerij Messrs. Louis Simon Frères. ‘Léon Simon’, met lichtblauwe bloemen en ‘Marie Simon’ met roze bloempluimen houden de herinnering aan deze kwekerij levend. Ook ‘Henri Desfosse’ met bloemen die aardig bij hemelsblauw in de buurt komen is afkomstig uit de stal van Simon. Al deze variëteiten bloeien in de late zomer en in het najaar.

Sinds een jaar of tien is de groenblijvende Ceanothus in opmars. Kennelijk ligt de laatste echte winter zover achter ons dat we risico’s durven te nemen. En ook zijn struiken producten die in de loop der tijden niet duurder, maar goedkoper zijn geworden. Van een exclusieve heester is de Ceanothus een struik voor de (super)markt geworden.

De bladhoudende soorten en variëteiten vallen in twee groepen uiteen: de herbloeiers en de Ceanothussen die maar eenmaal bloeien. De bekendste herbloeier is ‘Autumnal Blue’, een variëteit die niet alleen, zoals de naam aangeeft, in het najaar bloeit, maar ook nog eens in maart en april. Tenzij u de aanwijzingen op het etiket volgt en de struik in het vroege voorjaar snoeit. Dan bloeit hij alleen in het najaar. En verandert hij van een herbloeier in een eenmalige bloeier.

Over de snoei van de Ceanothus valt wel het een en ander te zeggen. Bij de bladverliezende struiken ligt de zaak eenvoudig: snoei in maart of april. Bij de groenblijvende herbloeiers kunt u kiezen: snoeien in het voorjaar geeft een rijke bloei in de herfst, maar verhindert de voorjaarsbloei. Bij de eenmaal bloeiende groenblijvers wordt meestal geadviseerd om na de bloei te snoeien, maar ik zou u aanraden om erg voorzichtig te zijn. ‘Snoeien doet bloeien’ luidt een oud gezegde, maar bij deze laatste groep van Ceanothussen gaat dat niet op – ‘Snoeien doet sneven’ is hier meer op zijn plaats. Negeer de aanwijzingen op het etiket en laat de struiken met rust.