Lezinge te Ezinge

Ik geef nu al meer dan 35 jaar lezingen en soms gaat de lol er wel een beetje af. Als ik een lezing geef voor Groei & Bloei en uitkijk over een zee van grijze permanentjes, zinkt me soms de moed in de schoenen. Maar laat ik niet onaardig zijn. Zelf ben ik niet eens grijs, maar kaal. Soms is een lezing geven opeens weer een feest.

Folly tuin M. Röling

Afgelopen zondag was ik in Ezinge, een piepklein dorpje in het noordwesten van Groningen. Het evenement vond plaats in Museum Wierdenland, een klein museum dat de geschiedenis van Ezinge en het Groningse wierdenlandschap belicht. Het pronkstuk van het museum is het graf van twee paarden en een hond uit de 8e eeuw dat vlak bij het museum is gevonden. Het ontroert nog steeds, na meer dan 1000 jaar.

In het museum is nu een tentoonstelling van schilderijen van Matthijs Röling die erg de moeite waard is. Zoals Cézanne twintig keer dezelfde berg schilderde, zo schildert Röling steeds zijn eigen tuin, tenminste - in de schilderijen die voor deze tentoonstelling bij elkaar zijn gebracht. Het is fascinerend om de tuin steeds weer bij een andere lichtval te zien.

Mevrouw Röling was bij de lezing aanwezig – aan de ene kant een hele eer, maar tegelijkertijd bevind je je op dun ijs. Je praat over een tuin die je alleen van plaatjes kent en wilt geen flaters slaan. Na de lezing vertrokken we in optocht naar de tuin waar Matthijs zelf audiëntie hield, achter een fruitschaal met blauwe en witte druiven.

 

De entree was verbluffend: een bruggetje van ragfijn smeedwerk met een bemoste houten vloer. Daarna kan er niet veel meer mis gaan. De tuin heeft dat geweldige evenwicht tussen verwilderd en goed onderhouden: het verval ligt om de hoek, maar een stevige structuur van buxushagen houdt de zaak in het gareel. Overal bemoste stenen en stammen. Hier en daar grote verweerde beelden en brokken glas waarin het licht gebroken wordt. De sfeer is melancholiek, maar dat is in september overal het geval. Ik zou de tuin graag in andere seizoenen willen zien.

Na de bezichtiging van de tuin gingen we weer in optocht terug naar het museum voor een vrolijke nazit.

Doordat ik tijdens mijn verhaal slim de lof van de naaktslak had bezongen, als essentieel onderdeel van de biodiversiteit, durfde niemand meer over slakken te beginnen en onder het genot van een glas wijn konden we het hoe en wat van de bloemenwei uitgebreid bespreken. Een toehoorder gaf mij een reusachtige weidechampignon. Een leuker cadeau heb ik zelden gehad.

De tentoonstelling van de schilderijen van Matthijs Röling is nog te zien tot en met 1 oktober. Gaat allen naar Ezinge. Het is de reis waard.