Aalbessen

Onlangs zat ik aan tafel met de kleindochter van Jonkheer van Tets. Dat was een schok, want tot die tijd kende ik de Jonkheer alleen als een aalbes. Soms ben je zo aan namen van groente en fruit gewend, dat je vergeet dat Bintje en Granny Smith echte mensen waren, voordat ze voortleefden als aardappel en appel. Jonkheer van Tets is als aalbes allang achterhaald. Je hebt tegenwoordig aalbessenrassen met grotere bessen en een veel hogere opbrengst, maar toch heb ik de Jonkheer nog altijd in mijn tuin omdat ik geen aalbes ken met een fijnere smaak.

Maar in de supermarkt is Jonkheer van Tets niet meer te krijgen. Zacht fruit, zoals bessen, bramen en frambozen, is voor een supermarkt trouwens toch een lastig artikel. Je kunt dat fruit niet lang bewaren en als de klant erin knijpt blijft er niets van over. Wie graag frambozenjam maakt, kan beter een paar struiken kopen, dan een fortuin uitgeven in de supermarkt. Ideaal ook voor de stadstuinier – de framboos – want er is geen hond die zo hoog kan pissen.

Maar goed, de aalbes. Aalbessen, of rode bessen, zijn gemakkelijk te telen en prachtig om naar te kijken. Geen wonder dat je de aalbes op 17e eeuwse stillevens zo vaak tegenkomt. Een tros rijpe, halfdoorschijnende, glimmende aalbessen is een klein visueel wonder. Bessen zijn gemakkelijk te telen, en ze zijn ook makkelijk te plukken. Een vergiet is zo vol. Het enige dat niet makkelijk is, is het beschermen van de oogst tegen vogels. Maar er zijn stevige tuinnetten in de handel van blauwe kunststof die beter zichtbaar zijn voor vogels dan de traditionele zwarte netten waarin merels en lijsters steevast verstrikt raken.

Aalbessen hoeven in de tuin niet veel ruimte in te nemen. Je kunt ze plat snoeien – platter nog dan een coniferenhaag. Dat is eenvoudigweg een kwestie van alle takken in hetzelfde verticale vlak aanbinden. Alles wat uitsteekt, de verkeerde kant op wijst, of zich niet laat buigen, snoei je weg.

Aalbessen zijn gezond, maar zuur. Maar voor zoetekauwen is er ‘Witte Versailles’, een witte aalbes met een hoog suikergehalte. En een aalbes waar de vogels vanaf blijven. Een witte bes zien ze kennelijk niet hangen.